Initiatie Lassen
In deze module maak je kennis met verschillende lasprocédés, basisvormen, naadvormen, lasposities, materialen (staal, kunststof, …) en vakterminologie.
Je leert machines en gereedschappen gebruiken. Je controleert de staat van de machines en gereedschappen voor gebruik. Na gebruik kan je ze reinigen en nakijken op zichtbare gebreken en degelijkheid. Verder leer je de verschillende lasprocédés en ferro- & non-ferrometalen onderscheiden. Je legt een lasrups onder de hand met ofwel beklede elektrode op plaat, ofwel met halfautomaat, ofwel met TIG. Je herkent verbindingstypes en benoemt de verschillende lasposities.
Je leert daarnaast werken met oog voor veiligheid, milieu, welzijn en kwaliteit. Je gaat zuinig om met materialen, gereedschappen en tijd. Je sorteert afval, werkt ergonomisch en gebruikt gereedschappen volgens de voorschriften. Je maakt gebruik van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s).